In de winter verliezen de meeste hun planten hun kleur en hult de tuin zich in vele tinten bruin. De meeste vaste planten, grassen en struiken hebben een mooi winterbeeld door hun silhouetten. Het tuingedeelte tussen het huis en de kas bevat veel wintergroene planten zoals varens, fatsia, bamboe, Portugese laurier en bodembedekkers.
Het einde van de winter en de naderende lente … dat is het moment dat de tuin een drastische verandering ondergaat. In februari en maart knip ik alle restanten van de afgestorven planten en grassen af, waardoor het ineens heel erg kaal is. En wat duurt het dan soms lang voordat het eerste groen weer een beetje volume heeft gekregen! Daarom heb ik de afgelopen jaren honderden tulpenbollen geplant, om de ‘moeilijke periode’ te overbruggen en toch al vroeg kleur te brengen in de tuin. Tegen de tijd dat de tulpen zijn uitgebloeid, nemen de vaste planten het stokje over.
In de zomer toont Het Hof aan de Achterweg vele gezichten. Vroeg in de zomer zijn het de astrantia’s, nepetae, en geraniums die de aandacht naar zich toe trekken. Vervolgens voeren philipendulae, phloxen en veronicastrum de boventoon, terwijl de verschillende grassen gestaag hun groen uitbreiden. Ondertussen schieten ook de persicaria, echinacea en eupatorium de lucht in. Zo verschuiven de accenten – en de kleuren! – van maand tot maand.
In de herfst komen de vele grassen, klein en groot, het beste tot hun recht. Asters en eupatorium zorgen voor kleur, nu veel andere vaste planten uitgebloeid raken en zich klaarmaken voor de winter. De wingerd neemt met zijn zuurstokroze geworden bladeren op een spetterende manier afscheid.
Naar boven